-
Afgelopen maandag kwam bij de maandgrafiek het
hoofd-
en schouders patroon ter sprake dat in die grafiek te zien is. Naar
aanleiding hiervan ontving ik de vraag waarom ik de neklijn van het
patroon, de lijn B, niet schuin oplopend door de bodems tekende in
plaats van horizontaal. Om op die vraag in te gaan heb ik in
bovenstaande grafiek de lijn M getekend, dat is de lijn die wordt
bedoeld. De belangrijkste reden waarom ik de lijn B horizontaal teken is
dat het in een maand- en weekgrafiek om de grote lijnen gaat. Die grote
lijn gebruik je vervolgens als handvat voor de analyse van grafieken met
een korter tijdsvenster. De belangrijke constatering in deze grafiek is
dat er zo'n toppatroon staat en dat het een toppatroon betreft dat zoals
u heeft kunnen lezen (en nog kunt lezen via de link 'historie')
aanmerkelijk lagere koersen voorspelt. Het is niet zo erg belangrijk of
de neklijn dan enkele punten hoger of lager ligt omdat je in principe
toch niet op de weekgrafiek handelt. De daggrafiek is daar veel beter
voor geëigend en velen van u zullen de transacties zelfs bepalen aan de
hand van de uur- of 15min grafiek. Een tweede reden om de lijn
horizontaal te tekenen is dat de bodem uit 2001 een betekenisvol punt
is. Het is een voormalig steunniveau waarvan we weerstand mogen
verwachten. Je ziet dat niveau in de grafiek uitstekend als je een
horizontale lijn trekt en ik vind het wat verwarrend om twee lijnen te
gaan gebruiken. Gebruikt u in uw grafieken de lijn M dan is dat zeker
niet fout, het is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Hoeveel de lijn
M hoger ligt ziet u hieronder beter.
-
De lijn B ligt ongeveer op 378 terwijl de lijn M rond
392 ligt. Het is een verschil dat we in ieder geval in gedachten kunnen
houden mocht de index zover komen.
-
U ziet in deze grafiek twee nieuwe lijnen, namelijk de
lijnen n en n' die samen een licht dalend kanaal vormen. Ik heb het
getekend omdat de index duidelijk aan een opmars bezig is en ik de
eerstvolgende weerstand in deze weekgrafiek wil bepalen. De lijn n' is
die weerstand en ligt volgende week rond 354. Dit getal houden we in
gedachten bij de bestudering van de overige grafieken.
-
Bij die overige grafieken
begin ik met de lijngrafiek gebaseerd op de dagelijkse slotkoersen. We
zien dat de index in de opmars vanaf de blauwe stippellijn vandaag weer
een hoger punt heeft bereikt. Het is de vraag hoe ver de index in deze
opmars nog zal weten te komen. Eerder was er een lagere top ontstaan bij
lijn b, hetgeen een negatief signaal was, maar de daaropvolgende daling
bracht ons niet definitief onder de stippellijn rond 325 en dat is weer
positief. De markt staat bij de huidige opmars voor de taak te voorkomen
dat er opnieuw een lagere top gaat ontstaan.
-
Om de kans op het ontstaan
van een lagere top in te schatten gebruik ik de Fibonacci
lijnen. De AEX is na de daling uit de stijgende
wig pp' sterk terug gekomen en bevindt zich opnieuw rond het 50%
niveau. Trok ik eerder aan de hand van de stijgende wig en het bereiken
van het 50% niveau nog de conclusie dat het waarschijnlijk gedaan was
met het herstel, vandaag ziet dat er anders uit doordat er meteen na de
uitbraak uit de wig een hogere bodem is ontstaan. We zijn evenwel het
50% niveau nog niet voorbij en ook het 50-daags gemiddelde (EMA50)
vormt nog weerstand. Nemen we deze grens maandag uit dan resteert het
61,8% Fibonacci niveau op 343,6 als potentieel keerpunt. Stijgt de index
boven die grens dan wordt een voortzetting naar 358 mogelijk. Het
passeren van een 61,8% grens leidt namelijk in de meeste gevallen tot
een 100% retracement.
We zagen in de weekgrafiek dat de lijn n' in dat geval weerstand gaat
bieden. Het zal duidelijk zijn dat we die lijn in de daggrafiek ook
kunnen trekken, maar dat heb ik nog niet gedaan omdat een groot aantal
lijnen de grafiek alleen maar onoverzichtelijk maken. Mochten we boven
343,6 komen zal ik hem plaatsen.
-
Zoomen we in de daggrafiek
in op de wig, de daling uit die wig en het daaropvolgende herstel dan
krijgen we de uurgrafiek. De index heeft precies de vorige top bereikt.
Breken we deze top dan gaan we in eerste instantie naar 343,6 zoals we
bij de daggrafiek zagen. Breken we niet dan ontstaat een dubbele top en
dan komt lijn e in het spel. Zolang we daarboven blijven is de kans op
een doorbraak het grootst, zouden we er onder komen dan ligt de
belangrijkste steun ter hoogte van de bodem op 332. De stippellijn rond
339,5 en de lijn e zijn de lijnen die maandag hun nut zullen bewijzen.
-
De lijn e vormde eerder
samen met de lijn d een driehoek.
Een driehoek is een voortzettingspatroon dat over het algemeen
halverwege een beweging ontstaat en we zagen gisteren dat het koersdoel
van dit patroon daarom op 351 ligt.
-
Er is ook nog een argument
om van een daling uit te gaan, dat zijn namelijk de twee nog niet
gesloten gaps die bij
323 en 327 te zien zijn. Dit soort koershiaten worden later over het
algemeen nog gesloten doordat de index er terugkeert, maar de markt
schijnt daartoe op dit moment geen aanleiding te zien.
-
Tijdens de opmars na de
daling onder de wig is het kanaal ee' gevormd. Dit kanaal wist vandaag
de stijging te begrenzen, als de index er maandag weer niet in slaagt om
door de lijn e' te komen is de kans groot dat we naar de lijn e zullen
dalen. Het kanaal ee' zien we nog beter in de 15min grafiek.
-
Er is ook in de 15min
grafiek een lijn te vinden die ons maandag kan helpen bij onze
afwegingen, namelijk de stippellijn rond 337,9. Die lijn diende vandaag
een groot deel van de dag als steun en een daling onder deze lijn zou
daarom voor de korte termijn negatief zijn. Het zou een mooi
waarschuwingssignaal zijn dat vroegtijdig een daling naar lijn e aan zou
geven, mocht het daarvan komen.
Resumerend: De
Amsterdamse beurs heeft zonder meer te kennen gegeven verder naar boven te
willen. De manier waarop men de daling uit de stijgende wig,
normaalgesproken een negatief teken, heeft weten te pareren is zonder meer
indrukwekkend te noemen. De beslissende stap was het echter nog niet, die
zal men volgende week moeten nemen. Zou de index boven de hoogste koers van
vandaag weten te komen en de lijn e' daarbij doorbreken dan volgt een
stijging naar het 61,8% Fibonacci niveau op 343,6. Eenmaal daar aangekomen
zal het erom gaan spannen of Amsterdam door zal weten te drukken, het 61,8%
niveau is namelijk het laatste potentiële omkeerpunt. Een stijging boven
dit niveau zou een vervolg naar de lijn n' in de weekgrafiek inhouden. Dat
past ook redelijk bij het koersdoel op basis van de driehoek in de
uurgrafiek, dat ligt namelijk op 351. Slagen we er niet in om boven de lijn
e' te komen dan ligt een daling naar lijn e voor de hand, het eerste teken
daarvoor zou een daling onder 337,9 zijn zoals we in de 15min grafiek zagen.
Een daling onder lijn e zou weer een vervolg naar 332 betekenen. Op deze
manier heeft u een scenario dat u kunt gebruiken zonder dat u een poging
doet de toekomst te voorspellen. Dat is prettig omdat die toekomst tamelijk
ongewis is door alle problemen die zich in de wereld voordoen, die problemen
maken van het voorspellen van koersen een hachelijke zaak. Voor de lange
termijn ben ik vanwege het hoofd- en schouders patroon waar ik de analyse
mee begon nog altijd negatief, maar voor de kortere termijn is het moeilijk
te zeggen waar het heen gaat omdat de markt gedreven wordt door incidenten.
-Ad-
En dan nog dit....
Pas op dat je niet
toevallig onder het rad van fortuin van een ander raakt.
Stanislaw Jerzy Lec
(Bron: VEB agenda)
Naar boven
|