ADN Beursanalyse

| home | werkwijze | aex aandelen | amx aandelen | agenda | begrippen | historie | |

  • Het eind van de maand is weer daar, de analyse begint daarom met een tweetal maandgrafieken. Een maandgrafiek heeft als karakteristiek dat één candle één beursmaand vertegenwoordigt en de grafiek is daardoor uitermate geschikt om een lange termijn analyse te maken.

  • Nieuwe lezers weten het nog niet, maar de meeste bezoekers zullen bekend zijn met het alles overheersende patroon in deze grafiek. Het gaat om een enorm hoofd- en schouders patroon (klik op het voorgaande voor extra uitleg) met de neklijn B en ik zal hier voor de nieuwe lezers (die er tot mijn plezier nog steeds bijkomen) op in gaan. Het patroon is in de grafiek aangegeven met de letters S, H en S boven respectievelijk de linkerschouder, het hoofd en de rechterschouder. Ik denk overigens niet dat de benaming anatomisch verantwoord is, dergelijke puntige schouders heb ik nog nooit gezien, gezond lijkt het me niet . Doordat we halverwege vorig jaar onder de neklijn gekomen zijn mogen we op grond van de theorie een daling van 320 punten vanaf de neklijn op 380 verwachten, een daling ter grootte van het hoofd. Het koersdoel is dus 60 punten, dat lijkt me evenmin gezond.

  • Het patroon roept alleen al vanwege dit koersdoel discussies op, zeker sinds de index de dalende lijn F' langs de toppen heeft weten te passeren. Dit heeft sommige analisten namelijk ertoe gebracht de lange termijn daling als beëindigd te beschouwen. Verder bevinden we ons tussen twee Fibonacci niveaus in en zou een vervolg naar het volgende niveau rond 405 logisch zijn kan ik daar zelf nog aan toevoegen.

  • Anderen wijzen erop dat het koersdoel negatief en dus niet haalbaar zou zijn geweest als de neklijn toevallig wat lager had gelegen en menen dat het beter is de logaritmische grafiek die nu volgt te gebruiken.

  • Meten we in deze grafiek met logaritmische schaalverdeling de afstand van het hoofd naar de neklijn en zetten we die onder de neklijn naar beneden uit dan komen we op stippellijn 2 uit. We hebben dat niveau niet gehaald en dat roept op zijn minst twijfel op. Hebben we nog een daling tegoed naar deze stippellijn?

  • De laagste candle zegt me van wel. Het lichaam van een candle is het belangrijkst en we zijn daarmee ver boven het koersdoel gebleven. Had de staart door de stippellijn 2 gestoken of die aangetikt dan had de zaak anders gelegen. Ik denk dat er een andere reden is dat we hier zijn gestopt, namelijk de stippellijn 4 in de eerste -lineaire- grafiek. Die ligt op gelijke afstand van de neklijn als de lijn 3 door de rechterschouder en het feit dat we precies daar een bodem maakten kan geen toeval zijn. De daling ter grootte van de rechterschouder was het voorspel, de daling ter grootte van het hoofd zou dan kunnen volgen. Het koersdoel 60 is echter niet realistisch als we zien hoe de Amerikaanse economie met geleend geld weer uitstekend floreert, al weten we nog niet of dit de Amerikanen op economische repercussies zal komen te staan. Het tekort van de Amerikaanse overheid is immers nog nooit zo groot geweest en er wordt veel gediscussieerd over de mogelijke gevolgen daarvan. Die gevolgen variëren in de gesprekken van een geleidelijke oplossing zonder problemen tot een volledige ineenstorting van de economie, specialisten zijn het er niet over eens. Alleen als de pessimisten onder hen gelijk zouden krijgen zou een AEX van 60 punten realiteit kunnen worden, laten we dat maar niet hopen.

  • Een ander noemenswaardig verschil tussen de eerste en de tweede grafiek is de lijn die langs de toppen getrokken is. In de logaritmische grafiek zijn we nog onder die lijn en is de dalende trend, hoe je dat dan ook definieert, nog steeds intact.

  • Er is in beide grafieken overigens beslist nog steeds sprake van een bearmarket, een dalende markt, vanwege het feit dat het patroon van lagere toppen en lagere bodems nog steeds niet verstoord is. Iedere beweging naar beneden heeft geresulteerd in een lagere bodem, iedere stijging in een lagere top dan de voorgaande. Dit is het meest eenvoudige mechanisme om een markt te beoordelen en we mogen pas spreken over herstel op lange termijn als dit patroon verstoord wordt door het ontstaan van een hogere bodem. De index zal dus eerst nog wat naar beneden moeten.

  • Vorige maand heeft de index al een toppatroon gemaakt, namelijk een evening star, maar de candle van deze maand heeft nog geen daling laten zien. Ik wil samen met u in de overige grafieken gaan bekijken hoe dat zo is gekomen, te beginnen met de weekgrafiek.

  • De laatste 4 candles vormen in de weekgrafiek samen de laatste candle in de maandgrafiek. We zien dat we begin maart onder de lijn J daalden en nadat we steun vonden op het 23,6% Fibonacci niveau diezelfde lijn van onder af naderden en hebben geprobeerd te passeren. Deze beweging noemen we de test van een uitbraak. Het heeft tot deze week geduurd voor de markt de poging lijn J te passeren staakte, we bleven weken achter elkaar tegen de lijn aanbeuken in de hoop dat deze zou bezwijken. Hij bezweek niet en heeft daarmee bewezen een taaie tegenstander te zijn voor de kopers. Deze week gooiden een aantal van die kopers de handdoek in de ring en er volgde een daling.

  • Het zou logisch zijn als we het 23,6% niveau alsnog neerwaarts zouden passeren, aangezien het een ongewoon niveau is om een correctie al te stoppen. De daling onder dat punt zou dus nog kunnen volgen, waarbij een daling naar 310 (38,2%) "normaal" zou zijn. We gaan kijken in hoeverre het logisch is dit te verwachten door het laatste stukje van deze grafiek uit te vergroten in de daggrafiek.

  • Iedere candle in deze grafiek stelt een dag voor, waardoor we een beter zicht op de koersontwikkeling van de afgelopen tijd krijgen. De lijn m is dezelfde lijn als lijn J in de weekgrafiek, ik hanteer namelijk voor iedere grafiek een eigen telling waarbij ik bij het ontstaan van nieuwe lijnen steeds de volgende letter in het alfabet gebruik. U ziet dat we maar liefst vier maal hebben geprobeerd de lijn m te passeren en iedere keer leek het ook in eerste instantie te lukken. Uiteindelijk zijn we echter onder de lijn m gebleven, we hebben het slagveld verlaten en zijn met de staart tussen onze benen naar beneden gevlucht. Er rest nog wat redding omdat de laatste candle een inverted hammer is, het kan een bodem aangeven. Veel meer houvast is er in de daggrafiek niet, zeker niet als we de grafiek alleen op basis van de slotkoersen weergeven zoals in het volgende plaatje.

  • Geen hoogste koers, geen laagste koers en geen opening van de dag wordt gebruikt voor het maken van deze grafiek, alleen het belangrijkste gegeven: het slot. Door alle slotkoersen met elkaar te verbinden ontstaat een lijn, daarom heet deze grafiek ook een lijngrafiek. De grafiek blinkt uit door zijn eenvoud. Er is bij lijn b (weer dezelfde lijn als lijn m in de daggrafiek en lijn J in de weekgrafiek) een duidelijk lagere top gevormd en dat is over het algemeen het eerste signaal dat er mogelijk een omkeer in de maak is. Het tweede signaal moet bestaan uit de vorming van een lagere bodem, daarvoor moet de index onder ruwweg 325 komen. Kan dat gebeuren en wat is ervoor nodig? Dat zien we in de uurgrafiek.

  • Ik gebruik daarvoor de Fibonacci lijnen die ik over de stijging van 325 naar 357 heb uitgezet. We zijn op dit moment rond het 50% niveau, een van de potentiële steunpunten. Ieder Fibonacci niveau is namelijk een niveau waar een correctie kan eindigen en de stijging weer hervat kan worden. Pas als de index onder het 61,8% niveau op 338 zou komen zou de beweging geen tijdelijke correctie meer genoemd mogen worden omdat in dat geval een 100% retracement naar 325 waarschijnlijk zou zijn. Die 338 grens is dus een belangrijke grens om in gedachten te houden of op te schrijven als aandachtspunt voor de komende week. Het laatste deel van deze grafiek is wat lastig te zien, daarom zoomen we voor de laatste keer in van de uurgrafiek, waarin een candle een uur is, naar de 15min grafiek.

  • Hoeveel tijd een candle in de 15min grafiek representeert kunt u inmiddels wel raden, althans dat hoop ik voor u . We zien dat het laatste deel van de grafiek horizontaal is verlopen en er op de onderste zwarte stippellijn een dubbele bodem is ontstaan. Een dubbele bodem kan het startpunt voor een stijging vormen, maar het zou ook om een pauze kunnen gaan.

  • Er is een zowel argumenten voor een korte termijn stijging als voor een korte termijn daling te geven. Let wel dat we, naarmate de tijdsduur van de candles in de grafieken korter wordt, ook veel minder ver vooruit kunnen kijken. Voor een stijging pleit het gegeven dat we bovenin de grafiek nog een gap, een gebied waarbinnen niet is gehandeld, hebben staan. Normaalgesproken komt een index later nog terug in dat koersgebied, we noemen dat het sluiten van het gap. Voorwaarde is dat de index de stippellijn rond 343,5 uitneemt. Voor een stijging pleit ook het feit dat we drie gaps achter elkaar hebben gezien, het derde gap is vaak het laatste en wordt daardoor ook wel een exhaustion gap (vermoeidheidshiaat) genoemd. Het is vanochtend snel gesloten, dat is een voorwaarde voor dit type gap.

  • Tegen een stijging pleit dat we het tweede gap, een runaway of measuring gap genoemd, kunnen gebruiken om een koersdoel te bepalen. Het komt namelijk over het algemeen halverwege een beweging voort. Daarom heb ik vanaf de laatste top een verticale groene lijn getrokken tot het hart van dat gap en vervolgens een tweede lijn van dezelfde lengte vanaf dat hart naar beneden. De onderkant van die lijn is het koersdoel dat ligt rond 338. Dit ligt niet toevalligerwijs in de buurt van het 61,8% Fibonacci niveau in de uurgrafiek, ik geloof niet meer in dergelijk toeval. Het sluit op elkaar aan, hetgeen betekent dat de kans op een daling naar 338 het grootst is. Wat moeten we dan met het vermoeidheidshiaat zult u zich misschien afvragen, welnu, dat kan een tweede runaway gap zijn. Het is een complexe afweging voor de korte termijn, temeer daar er een weekend tussen zit waarin er van alles kan gebeuren. Het hangt verder van het slot in de VS af, op dit moment (vrijdagavond 20.00u) staat de Dow op een voorzichtige plus van 0,4% maar de Nasdaq op een dikke min van 0,9% en zal er voornamelijk een negatieve invloed uitgaan van de VS.

Resumerend: Ik kan natuurlijk niet voor u spreken, maar ik krijg zelf geen lekker gevoel als ik het bovenstaande nog eens doorlees. Mijn analyses vormen zich al schrijvende en daaruit vormt zich dan geleidelijk het totaalbeeld. Dat totaalbeeld is negatief. De maandgrafiek die hoe dan ook nog steeds een bearmarket genoemd moet worden, een evening star als recent toppatroon in die grafiek, lijn J in de weekgrafiek die we niet hebben weten te passeren en de lagere top in de daggrafiek vormen de negatieve ingrediënten. Om echter meer te weten zal er ook een lagere bodem in de daggrafiek moeten ontstaan, die bodem ligt rond 325. Om daar überhaupt te komen moeten we in de uurgrafiek dan eerst weer onder 338 zakken. We zullen daarvoor in de 15min grafiek eerst onder 341 moeten dalen en vervolgens het koersdoel van het runaway gap moeten passeren. Maken we echter op of boven 338 een bodem dan mogen de bulls onder u nog steeds wat hoop op een stijging houden.-Ad-

En dan nog dit.... 

Hij die vooruit al weet wat hij gaat neerschrijven schrijft niets wezenlijks belangrijks meer.

J. Greshoff

Naar boven