ADN Beursanalyse

| home | werkwijze | aex aandelen | amx aandelen | agenda | begrippen | historie | |

  • Het was vandaag de laatste beursdag van de maand oktober en daarom begin ik deze analyse met de maandgrafiek waarin iedere candle een maand voorstelt. Het nadeel van een maandgrafiek is dat deze maar uitermate traag verandert. Als je dan iedere maand een analyse maakt raak je op een gegeven moment door je verschillende invalshoeken heen. Omdat er bovendien nogal wat grafieken met toelichting volgen hou ik het deze maand eenvoudig en pak de hoofdpunten uit deze grafiek. Het belangrijkst is het hoofd- en schouders patroon waarvan de schouders zijn aangegeven met de letter S en het hoofd met de letter H. De theorie wil dat er na de afronding van dit patroon vanaf de neklijn een daling ter grootte van het hoofd volgt, gelijk dus aan de afstand tussen de neklijn B en de stippellijn 1. Het aldus bepaalde koersdoel zou dan bij stippellijn 2 komen te liggen die op dezelfde afstand van lijn B ligt en ons op die manier op een AEX rond 60 punten brengen. Ik voeg er voor de volledigheid aan toe dat dit scenario door velen betwijfeld wordt omdat andere internationale indices dit patroon niet kennen en er dus niet zo'n duidelijk koersdoel te berekenen is. Die discussie daargelaten kan ik als ik naar de grafiek kijk in ieder geval zeggen dat we zolang we in het kanaal nn' zijn in een licht dalende trend zitten, de index zal naar boven uit moeten breken om een vervolg van de daling -al dan niet naar dat extreem lage punt- te voorkomen. De index is met de candle van deze maand onder de lijn n' gebleven.

  • Kijken we in de logaritmische maandgrafiek naar die laatste candle dan realiseren we ons dat we op een zeer belangrijk punt staan, namelijk tegen de lijn G aan die ik langs de toppen getrokken heb. Een logaritmische grafiek is nuttig in een lange termijn analyse omdat een daling met een gelijk percentage steeds een gelijke afstand in de grafiek oplevert, of dat nu boven of onder in de grafiek is. Om dit te bereiken liggen de punten van de AEX index naarmate je op hogere niveaus komt door de toepassing van een bepaalde formule steeds dichter bij elkaar. De lijn G heeft in deze grafiek een dalingspercentage van 14% en dat maakt deze lijn uiterst bruikbaar. Blijven we onder deze lijn dan staat ons sowieso een daling van 14% per jaar te wachten in onze index, u begrijpt dat de vraag of we onder deze lijn zullen blijven van uitermate groot belang is.

  • Blijven we onder lijn G dan kan de stippellijn 2 in de logaritmische grafiek volgens analisten die minder recht in de leer zijn dan ik ook een koersdoel van het hoofd- en schouders patroon zijn. Zij gaan er van uit dat de index vanaf de neklijn B een daling zou kunnen ondergaan die procentueel hetzelfde is als de daling van de top van het hoofd naar lijn B. Op die manier zouden we dan op stippellijn 2 bij 200 komen. Hoewel de theorie uitgaat van een daling met eenzelfde aantal punten in plaats van hetzelfde percentage kan ik deze veronderstelling niet als waardeloos afdoen en ik noem u daarom beide methodes. De lijnen G en n' in voorgaande grafieken blijven hoe dan ook de belangrijkste lijnen, komen we daarboven dan moeten we achter beide koersdoelen een vraagteken zetten omdat er dan een poging zou kunnen volgen de neklijn B te breken. Daarom wil ik met u ook naar de lijn G in de logaritmische weekgrafiek kijken.

  • Interessant is dat we in de weekgrafiek drie weken geleden de lijn G hebben aangetikt, maar er niet zoals in de maandgrafiek boven zijn geweest. Lijnen in verschillende tijdsvensters lopen nooit exact gelijk. Breek je een maand in vier stukken voor de weekgrafiek dan maakt het voor de plaatsing van de lijn in de weekgrafiek verschil of een top in de eerste of in de laatste van die vier weken wordt bereikt, terwijl je dat verschil in de maandgrafiek niet ziet omdat de candles samenvloeien tot één candle. Vanzelfsprekend zal ik deze grafiek de komende weken net zoals ik dat de afgelopen weken deed met argusogen volgen omdat een stijging door de lijn van groot belang zou zijn.

  • U zag in de lineaire maandgrafiek het kanaal nn' en ik constateerde dat we nog net in dit kanaal waren gebleven. We kunnen het kanaal als het ware uitvergroten door het in de lineaire weekgrafiek te bekijken. De laatste candle omvat het lichaam van zijn voorganger volledig, we noemen dat een engulfing bullish line. Dit is een bodempatroon als het aan het eind van een daling komt, maar daarvan kunnen we hier niet echt spreken omdat er maar twee rode candles aan vooraf gingen. Hier wil ik dus geen conclusie uit trekken.

  • Waar ik wel een conclusie uit wil trekken is het gegeven dat we met deze candle voor de zevende keer opgeveerd zijn van de blauwe stippellijn die in de buurt van 324 ligt. We zijn sinds november maar één keer onder dat niveau geweest, dat punt heb ik met de pijl aangegeven. De index kwam toen echter weer vrij snel boven de lijn terecht en sindsdien ligt er daar weer steun. Blijft deze steun ondanks de nadering van de dalende lijn n' intact dan volgt een opwaartse uitbraak door lijn n', dalen we de komende tijd onder de steun dan ligt een vervolg naar lijn n voor de hand. We moeten het gebied waarin we steun ondervinden daarbij behoorlijk breed nemen. 

  • In de daggrafiek kunnen we nog wat nauwkeuriger naar het kanaal en de recente steun kijken. Ik heb hiervoor de blauwe stippellijn op 322 getekend, al ziet u dat ik hem ook iets lager op 320 zou kunnen plaatsen. Wilt u op zo'n punt handelen dan is het maar net hoeveel risico u wilt nemen, bij 322 loopt u iets meer risico dat de index alsnog op veert. Het is natuurlijk nog niet gezegd dat we daar gaan komen, de beurs blijft volhardend in het voorkomen van een daling. We zijn erg dicht bij de lijn n' en dat houdt in dat volgende week de beslissing zou kunnen vallen of we in het kanaal nn' blijven of er naar boven uitbreken. De Amerikaanse verkiezingen en de reactie van Wallstreet zullen hierin zonder twijfel een rol spelen.

  • De index had vandaag het 200daags gemiddelde -rode stippellijn, EMA200- als weerstand en maakte een inverted hammer. Beide factoren wijzen op een mogelijke top, daar zullen we in de onderliggende grafieken bevestiging voor moeten zoeken. We zetten onze gang van lange termijn naar korte termijn grafieken voort met de uurgrafiek.

  • De index heeft in deze grafiek, waarin we het laatste stukje van de daggrafiek opbreken in uren en dat zo wat nauwkeuriger kunnen bekijken, het 61,8% Fibonacci niveau bereikt. We hebben het echter nog niet gepasseerd en dat is van belang. De Fibonacci theorie wil dat een correctie 38,2%, 50% of maximaal 61,8% van de voorgaande beweging bedraagt, eindigt het herstel op een van die punten dan kan die voorgaande beweging nog worden voortgezet. Komt zo'n herstel boven het 61,8% niveau uit dan is het in feite geen correctie meer omdat we in dat geval de hele voorgaande beweging teniet kunnen doen. In deze grafiek zou een stijging boven 331,7 dan een vervolg naar 339 mogelijk maken, natuurlijk met het voorbehoud dat we dan onderweg de weerstand van de lijn n' in de daggrafiek tegen zouden komen. Zolang de index nog onder 331,7 is kan de index de daling nog hervatten, het einde van de correctie zou dan ook een vervolg onder 320 mogelijk maken. Vandaag zijn we onder dat niveau gebleven en daarom is een daling op grond van deze theorie het meest waarschijnlijk, ik ben er alleen nog niet helemaal zeker van omdat we nog kort onder dat punt zijn en een opening met een gap naar boven de zaak maandag ineens zou kunnen veranderen.

  • Er is nochtans een ander punt dat ook op een daling wijst. Het MACD histogram onder de grafiek wist op het moment dat de index het hoogste punt bereikte bij de rode pijl niet boven de nullijn te komen en dat is uitermate zwak. De index en de indicator lopen in gedrag dus uiteen, zij divergeren, deze divergentie kan de vooraankondiging zijn van het bereiken van een top. We gaan naar de zevende en laatste grafiek door naar de kwartierkoersen te gaan kijken. We leggen het laatste stukje van de uurgrafiek als het ware onder het vergrootglas.

  • We verbleven gisteren en vandaag het grootste deel van de tijd in het gebied tussen de blauwe stippellijnen op 329,8 en 331,3. Op het punt aangegeven met de pijl probeerden we naar boven uit te breken, maar dat liep zoals we net in de uurgrafiek zagen stuk op het 61,8% Fibonacci niveau. Doordat we vervolgens in het vermelde gebied terugkeerden is de uitbraak een valse uitbraak geworden. Een valse uitbraak is vaak de voorbode van een beweging tegengesteld aan de richting van de uitbraak, de index zou dan volgende week de daling in moeten gaan zetten en de zone 329,8 - 331,1 aan de onderkant verlaten.

  • In de grafiek zien we verder nog het gap dat gisteren is ontstaan. Dat gap is nog niet gevuld, we zijn nog niet teruggekeerd in het overgeslagen gebied. Dat gebeurt echter in vrijwel alle gevallen en dat rechtvaardigt dus eveneens een daling.

  • Het patroon van hogere toppen en hogere dalen dat we op de korte termijn zien dwingt me wel tot voorzichtigheid. Dit patroon is het beste kenmerk van een stijgende trend, die korte termijn trend is dus nog niet beëindigd. Hoewel er dus alle aanleiding voor een daling is kan ik daar niet zeker van zijn, zolang we te maken hebben met hogere bodems is er voor de korte termijn nog geen enkel bewijs voor een eventuele daling. Daarnaast hebben we natuurlijk ook nog de stijgende lijnen g en h die bij een eventuele daling steun kunnen bieden om zo de stijgende beweging intact te houden.

Resumerend:  

U bent wellicht overdonderd door de grote hoeveelheid grafieken, sta me toe de belangrijke zaken op een rij te zetten. Uit de maandgrafieken vloeit op dit moment een somber toekomstbeeld voort, al ligt het binnen de reikwijdte van de beurs om hier snel verandering in te brengen. De logaritmische maandgrafiek wijst voor de komende jaren op een daling naar 200, de lineaire maandgrafiek zelfs op een AEX van 60 punten. Welke van de twee grafieken je ook gebruikt, er is maar één manier waarop we dit onheil kunnen voorkomen. We zullen op zijn minst door de dalende lijn G moeten breken die we zowel in de logaritmische maandgrafiek als in de logaritmische weekgrafiek zien. Deze lijn ligt volgende week grofweg in de buurt van 335, in de maandgrafiek ligt hij gedurende de maand november zelfs nog wat lager, namelijk op 330. Dat is in de buurt van het slot van vandaag, als we over precies een maand hoger staan breken we door de lijn heen. U ziet dat de beurs een ideale kans heeft om in ieder geval die dalende lijn te breken, doen we dat niet dan zitten we vast aan het dalingspercentage van de lijn dat op 14% per jaar ligt. Hoe belangrijk het huidige punt is blijkt ook uit het gegeven dat we aan de bovenkant van het kanaal nn' zijn waarin we ons sinds begin dit jaar bevinden. De lijn n' ligt iets boven het hoogste punt van vandaag. Op dat hoogste punt ligt ook het 61,8% Fibonacci niveau in de uurgrafiek, passeren we dat niveau dan vallen we dus met een goede kans op succes de lijn n' aan. De kans op een daling is echter groot. In de daggrafiek is een inverted hammer gevormd die op een top duidt, het gegeven dat we het 61,8% niveau in de uurgrafiek niet voorbij kwamen wijst daar eveneens op en de divergentie in diezelfde grafiek ondersteunt dat. Verder was de uitbraak in de 15min grafiek vals en is er nog een gap te sluiten waarvoor we moeten dalen. De kans op een daling schat ik daarom het grootst in, al zeg ik erbij dat er in de korte termijn grafiek nog steeds een mooie stijgende trend zichtbaar is die deze daling kan verhinderen. De index zal onder 329,8 en daarna onder lijn g rond 325,5 in de 15min grafiek moeten dalen om mijn verwachting in te lossen. Komt de AEX daarentegen boven 331,7 dan breken we mogelijk vervolgens door de lijn n' op 333 en misschien zelfs door lijn G op 335 waardoor de toekomst er ineens een stuk positiever uit zou gaan zien.

En dan nog dit.... 

Indices en beurzen kennen veel gemeenschappelijke noteringen. Aandelen worden vaak in meerdere landen verhandeld en zijn ook nog eens regelmatig in meer dan een index vertegenwoordigd, dat zorgt voor onzichtbare koppelingen tussen alle indices en beurzen die we ter wereld kennen. Die indices vormen daarmee eigenlijk een soort Siamese meerling, als er één in een bepaalde richting beweegt gaan ze allemaal mee. Dit wordt nog eens versterkt doordat er in de loop der jaren een wildgroei aan indices is ontstaan die een geografische regio overkoepelen, aan die indices zitten dan weer derivaten als opties en futures gekoppeld waarmee je dus in feite een heel gebied kunt overspannen. Er zit een gevaar aan deze ontwikkeling, deze koppelingen veroorzaken namelijk een soort haasje-over effect. Zo heeft een beweging in Amerika bijvoorbeeld de volgende morgen meteen zijn gevolgen in Europa, we danken de gaps van de laatste tijd voor een belangrijk deel aan fondsen die zowel daar als hier worden verhandeld en tussen ons slot en de opening de volgende dag daar in prijs zijn veranderd. U ziet hier geen gevaar in? Wacht maar eens tot de beurs echt een keer onderuit gaat, dan zal dit systeem ons nog het meest aan dominostenen doen denken. Ik wil er daarom in het kader van de stabiliteit van het financiële systeem voor pleiten alle gemeenschappelijke noteringen terug te draaien, ik vind dat bedrijven maar in één land verhandeld zouden moeten worden en maar deel uit zouden moeten maken van één index. Terug in de tijd, ter vergroting van de stabiliteit. -Ad Nooten-

Naar boven