ADN Beursanalyse

| home | werkwijze | aex aandelen | amx aandelen | agenda | begrippen | historie | |

  • Deze week plaats ik voor de afwisseling de logaritmische weekgrafiek. Men gebruikt voor lange termijn grafieken vaak een logaritmische grafiek om een beter beeld te krijgen van de verhoudingen in de grafiek. Bij een lineaire schaalverdeling zijn de afstanden tussen de honderdtallen gelijk. Een stijging van bijvoorbeeld 100 naar 200 is in de grafiek even groot als een stijging van 200 naar 300. Toch is er een aanmerkelijk verschil tussen beide bewegingen. De beweging van 100 naar 200 behelst namelijk een stijging met 100% terwijl een stijging van 200 naar 300 maar een stijging van 50% is. Als je een goed beeld wilt krijgen van de stijging en dat op een eerlijke manier wilt vergelijken met bewegingen van jaren geleden dan kun je daarom beter een logaritmische grafiek gebruiken. De schaalverdeling in die grafiek wijkt af van die in de lineaire grafiek, de afstanden tussen de honderdtallen zijn namelijk niet gelijk maar de schaalverdeling komt overeen met procentuele bewegingen. Zo is de afstand tussen 100 en 200 hetzelfde als de afstand tussen 200 en 400 omdat dat beide 100% stijgingen zijn.

  • We komen op deze manier tot de ontdekking dat de daling die we tot nu toe vanaf de top hebben gekend met deze schaalverdeling helemaal nog niet zo groot is als lijkt op een lineaire grafiek. We kunnen vanuit deze optiek nog best een eind naar beneden. Kijkt u maar eens naar onderstaande lineaire weekgrafiek en het ziet er heel anders uit.

  • In deze grafiek lijkt het alsof we van de top al een enorm eind naar beneden zijn gegaan en met zinsneden als "we zijn al een enorm eind gedaald" wordt deze lineaire grafiek door analisten dan ook wel als argument gebruikt om aan te tonen dat het haast niet meer verder naar beneden kan. U ziet aan de logaritmische grafiek dat het zo eenvoudig niet ligt en dat de keuze van de grafiek het beeld aanmerkelijk beïnvloedt. De logaritmische grafiek laat zien dat we in het licht van de procentuele verhoudingen best nog een eind naar beneden zouden kunnen gaan.

  • Het hoofd- en schouders patroon in beide grafieken voorspelt dat namelijk voor de lange termijn en daar houd ik me aan vast zolang we onder de neklijn B noteren die in beide grafieken te zien is. Het hoofd is 320 punten hoog, de neklijn ligt op 380 en het verschil tussen die twee brengt me op een koersdoel van 60. Voorwaarde is dat de index onder de neklijn blijft. Kijkt u met die 60 in gedachten nog eens naar beide grafieken, in de logaritmische grafiek lijkt een dergelijke stand gevoelsmatig veel gemakkelijker bereikbaar dan in de lineaire grafiek en ook veel minder extreem.

  • In de lineaire grafiek heb ik het kanaal FF' staan waarbinnen we vanaf de top dalen. Laten we dat kanaal eens van dichtbij gaan bekijken.

  • We hebben inmiddels bijna de bovenkant van het kanaal bereikt, maar dat gaat vanaf september eigenlijk met een min of meer zijwaartse beweging. We begonnen de maand september namelijk op 331 en het slot van deze week ligt op 330, we schieten dus niet veel op. Het kanaal FF' is vanzelfsprekend van groot belang, als we binnen dat kanaal blijven zou de volgende beweging theoretisch een daling naar de onderkant van het kanaal kunnen zijn en dat zou ons veel lager brengen. Een stijging boven lijn F' zou daarentegen een test van de neklijn B brengen, met andere woorden een poging die neklijn te passeren en zo het patroon ongeldig te maken.

  • Onder de staafjes onder de grafiek staat het woord divergentie. De staafjes vormen een indicator, namelijk het MACD histogram. Terwijl de index enkele weken geleden de zwarte stippellijn bereikte bleef de indicator erg laag. Eigenlijk had ook de indicator een gelijke top moeten maken ter hoogte van de rode stippellijn. Dat gebeurde niet en we spreken daarom over divergentie tussen index en indicator. Dit is een teken dat er mogelijk een top is bereikt, maar ook niet meer dan dat. Het is geen bewijs, het moet namelijk eerst bevestigd worden met een toppatroon of de start van een daling.

  • Daarvan is nu nog geen sprake, in het laatste stukje van de grafiek zit nog een lichte stijgende lijn. Dat is beter te zien in de daggrafiek.

  • Deze stijgende lijn is de lijn n die de onderkant van de driehoek nn' vormt. Zolang we boven de lijn n blijven is een uitbraak door de bovenkant van de driehoek een kwestie van tijd. We zullen dus moeten proberen te achterhalen hoe groot de kans is dat de lijn n intact blijft.

  • Op het eerste gezicht lijkt dat niet zo moeilijk, de lijn n loopt door drie bodems en is daarom een betrouwbare lijn. De kans op een stijging is daarom het grootst.

  • Toch moet u eens goed naar de candle van vandaag kijken. Het lichaam van de candle is gevuld, hetgeen wil zeggen dat het slot lager lag dan de opening. De bovenkant van het lichaam, het dikke gedeelte, van de candle is dus de opening en de onderkant van het lichaam het slot van vandaag. We openden dus met een gap, zijn daarna nog iets hoger geweest, maar verloren de winst geheel. Deze candle straalt geen kracht uit, we hebben na de optimistische start nogal wat ingeleverd gedurende de dag en dat toont op zijn minst onzekerheid. Het is daarom goed deze candle in de uurgrafiek nader te bestuderen.

  • We openden met een gap boven de neklijn van het hoofd- en schouders patroon dat eergisteren afgerond werd. Door deze stijging boven de neklijn is dit patroon waardeloos geworden, de index had onder de neklijn moeten blijven. De doorbraak van de neklijn betekende in feite een koopsignaal. Het is niet de eerste keer dat een toppatroon kort na zijn ontstaan teniet wordt gedaan door een stijging, dat gebeurt de afgelopen maanden vaker. Het duidt op onevenwichtigheden in de markt, angst voor een daling door het ontstaan van een verkoopsignaal brengt kapitaalkrachtige partijen ertoe dit verkoopsignaal zo snel mogelijk te elimineren en om te zetten in een koopsignaal.

  • Dat laatste nu mislukte vandaag. De index zakte met een lange rode candle weer onder de neklijn. Dit is geen goed teken, die neklijn die men 's morgens door een "overval" direct brak had steun moeten geven en na het sluiten van het gap had de index weer moeten gaan stijgen. Dat kan maandag natuurlijk alsnog gaan gebeuren omdat er een patroon van hogere bodems staat, kijk maar eens hieronder.

  • De 15min grafiek is niet te gebruiken voor de lange termijn, maar voor de korte termijn zien we de steunlijn h. Zolang die intact blijft kunnen we alsnog naar boven zoals we eigenlijk vanaf de neklijn hadden moeten doen.

Resumerend: Ik begon deze analyse met de logaritmische weekgrafiek en het lange termijn beeld om u te laten zien dat het veel uitmaakt met welke grafieken een technisch analist zijn analyses illustreert. Lijkt een lange termijn koersdoel van 60 punten in de lineaire weekgrafiek heel extreem, in de logaritmische grafiek ligt dat anders. Het zou natuurlijk een enorme daling zijn, maar het zou er grafisch veel minder dramatisch uitzien. Dit is geen bewijs dat die daling er ook echt gaat komen, maar dient meer ter relativering van opmerkingen als "Ik kan me niet voorstellen dat we zover naar beneden gaan". Kijkend naar de lineaire grafiek is dat inderdaad een opmerking die je zou kunnen maken, kijkend naar de logaritmische grafiek naar mijn mening niet. Het ligt natuurlijk nogal gevoelsmatig. U hoeft dit vanzelfsprekend niet met me eens te zijn, het feit dat ik het commentaar op een internet site schrijf betekent niet dat ik de wijsheid in pacht heb. De regelmatige lezer weet inmiddels dat ik zolang we onder de neklijn B in de weekgrafiek zijn en binnen kanaal FF' op termijn uitga van een daling. We hebben de lijn F' nog niet bereikt, dat kan nog enkele weken duren. Het kan dus ook nog enkele weken duren voor Amsterdam moet bepalen of we al dan niet in het kanaal FF' blijven en het eventuele ongelijk van mijn aanname wordt aangetoond. Feit is dat er regelmatig zwakte zichtbaar is in de markt, maar dat de index bij tijd en wijle door kapitaalkrachtige partijen naar boven wordt gebracht. Dat gebeurde ook vandaag weer, het eergisteren gevormde toppatroon in de uurgrafiek werd direct op de opening teniet gedaan en dit vormde een koopsignaal. Dat men er vervolgens niet in slaagde boven de neklijn te blijven is daarentegen een zwaktebod, het koopsignaal werd niet opgevolgd. 

De clou zit hem in de koersontwikkeling op de Amerikaanse beurzen. Men strijdt op dit moment om de 10000 punten grens in de Dow Jones en dat is een symbolische grens. Zou de index een paar dagen boven dit niveau weten te sluiten dan zou dat voor de Amerikaanse belegger een goed signaal zijn en dat zou aanleiding kunnen zijn voor een eindejaarsrally. Op het moment dat ik dit schrijf (19.00u) staat de index nog boven het magische punt.Wij volgen de laatste tijd de stijging in de US niet, in feite blijven we door hen min of meer op niveau. De zwakke dollar gooit namelijk roet in het eten en voorkomt dat wij mee stijgen. Dat is ook logisch omdat we erop kunnen rekenen dat de resultaten van bedrijven die veel in dollars betaald krijgen de komende maanden flink zullen dalen. Amerika voorkomt dus al vele weken dat we dalen en dit kan niet eeuwig duren. De onrust is er, zodra Amerika ons niet meer optrekt kan die onrust omslaan in angst en kunnen we de weg naar beneden binnen kanaal FF' vervolgen. Er zijn het afgelopen jaar flinke winsten gemaakt en zodra die winsten in gevaar komen zal men het geld van de tafel halen, dat zou eindelijk eens een gezonde beweging zijn voor de beurs. De bulls zouden dan door een daling in het kanaal de kans krijgen een hogere bodem te maken, zo hoort het te gaan. Ik wens u een prettig weekend. -Ad-