-
Amsterdam heeft vandaag
precies tegen de bovenkant van het kanaal ff ' een effen groene candle
neergezet. De weerstand gevormd door de blauwe stippellijn door een
vorige bodem en de lijn f was de index vandaag teveel. De effen kleur
van het lichaam laat ons zien dat het slot van vandaag onder de opening
van vanmorgen lag en dat we dus vrijwel op lijn f openden. In de loop
van de dag verloren we terrein, maar wisten gezien de groene kleur van
de candle nog wel boven het slot van gisteren te sluiten. De vraag is nu
of er morgen een nieuwe poging gaat volgen om lijn f te breken of dat we
in het kanaal blijven. "Een trend blijft een trend tot het
tegendeel is bewezen" zegt men in de technische analyse wel eens en
wat dat betreft zouden we dus uit moeten gaan van een vervolg naar
beneden.
-
We zijn vandaag echter wel
het 23,6% Fibonacci
niveau gepasseerd en vanuit die wetenschap kun je zeggen dat een vervolg
naar het 38,2% niveau op 323 of een van de niveaus daarboven mogelijk
is. Het is ondoenlijk om te zeggen of dit zwaarder telt dan de weerstand
van het trendkanaal.
-
Ook de uurgrafiek geeft
geen uitsluitsel. We voltooiden vanmorgen het omgekeerd hoofd-
en schouders patroon dat ik gisteren als mogelijkheid schetste, het
koersdoel bepaalde ik gisteren op 328. De lijn f in de daggrafiek heeft
een stijging naar dit punt in de weg gestaan.
-
We openden met een gap
en sloten dat in de loop van de dag, een beweging die ook gezien kan
worden als de test
van de neklijn. De index had toen echter op moeten veren van die lijn,
maar deed dat niet. In plaats daarvan dreigde de graadmeter eronder te
komen, men wist dat maar met moeite te voorkomen. In theorie is het
hoofd- en schouders patroon dus nog geldig, de index moet dan morgen
meteen hoger openen. De schoonheidsprijs verdient het in dat geval
echter niet.
-
Kijk eens hoe het
koersgedrag was rond de neklijn. Ik tekende op een gegeven moment de
wijder wordende driehoek jj ' waaruit de index naar beneden daalde. Dit
korte termijn verkoopsignaaltje werd echter direct teniet gedaan doordat
er extra kopers in de markt kwamen. Een wijder wordend patroon is een
symbool van strijd, een genegeerd verkoopsignaal natuurlijk ook. Er
heerst opnieuw een sentiment waarbinnen verkoopsignalen worden omgezet
in stijgingen, dat zagen we de laatste tijd al heel vaak.
-
Er heeft zich het korte
termijn kanaal kk' gevormd dat we morgen uitstekend kunnen gebruiken.
Komt de index boven lijn k' dan is een hogere bodem ontstaan en kan
de index opnieuw gaan proberen lijn f in de daggrafiek te passeren. Die
lijn ligt morgen overigens rond 318,8. Blijft de index in het kanaal dan
verliest het bodempatroon uit de uurgrafiek -het omgekeerd hoofd- en
schouders patroon- zijn waarde en gaan we met behulp van de Fibonacci
lijnen het vervolg beoordelen. Komt de index onder het 61,8% niveau op
315,9 dan vervolgen we de beweging waarschijnlijk naar 313,7.
Resumerend:
Morgen hangt alles af van het dalend kanaal ff ' in de daggrafiek.
Blijven we in dit kanaal dan ligt een nieuwe daling naar lijn n in die
grafiek voor de hand, breken we eruit dan gaan we in eerste instantie
waarschijnlijk naar het koersdoel van het omgekeerd hoofd- en schouders
patroon in de uurgrafiek dat rond 328 ligt. De bovenkant van het kanaal ligt
morgen op 318,8 en dat punt moeten we dus met argusogen volgen. Ik ga er tot
het tegendeel bewezen is van uit dat we in het kanaal zullen blijven, dat
gebeurt namelijk in de meeste gevallen. Breken we uit dan ga ik
vanzelfsprekend mee, je moet altijd luisteren naar wat de markt je zegt. De
eerste indicatie van de richting ligt morgenochtend bij de stippellijn rond
317,3 en bij de lijn k' uit de 15min grafiek. Komen we daarboven dan is dat
een teken dat we lijn f op 318,8 weer aan gaan vallen. Blijven we
daarentegen onder de lijn k', dus in het dalende korte termijn kanaal, dan
ligt de laatste Fibonacci steun op 315,9. Daaronder zouden we voor de korte
termin naar 313,7 gaan, maar op de langere termijn nog lager. We zouden dan
namelijk in de daggrafiek in het kanaal ff ' blijven dat ons nog een stuk
naar beneden kan brengen.
En dan nog
dit....
Morgen
expireren de augustus opties en dat beïnvloedt zoals altijd de
koersbewegingen. Die worden de dagen voorafgaand aan expiraties vaak wat
onrustiger doordat optiehandelaren hun belangen proberen veilig te stellen,
zij proberen de beurs in de door hen gewenste richting te sturen. Vele
beleggers proberen te achterhalen waar deze belangen liggen, als je zou
weten waar de market makers de expiratie graag willen zien dan kun je daar
met korte termijn strategieën op in spelen. Het is niet eenvoudig om dit
punt te bepalen, misschien door de complexiteit van de handel zelfs wel
ondoenlijk.
Optiehandelaren
hebben vele methodes om de risico's af te dekken die ze noodgedwongen lopen
door als tegenpartij van de belegger te fungeren, maar die worden
tegenwoordig door middel van computerprogramma's berekend. De veelheid van
opties (AEX én aandelen opties), de tegengestelde handelingen van
beleggers, de beweeglijkheid van de opties, de tijdsduur tot de expiratie en
de voortdurende prijsveranderingen door veranderingen van de parameters
delta, theta, rho en volatiliteit vormen samen een ingewikkelde mix die zich
niet meer met een potloodje op een stukje papier laat uitrekenen. De
mogelijkheden die handelaren hebben om zich in te dekken zijn even talrijk,
u kunt denken aan de aan- of verkoop van de onderliggende waarde, aan- of
verkoop van mandjes aandelen (in verhouding van de index) of enkele
zwaargewichten, aan- of verkoop van futures of het doorrollen van posities
naar een volgende maand.
Er
wordt wel eens gezegd dat de open-interest -weergegeven in tabellen met
openstaande posities zoals we die bijvoorbeeld op night-trading.com
vinden- bruikbaar is om een voorspelling te maken. Laat ik eerst uitleggen
wat het begrip berekent. De open-interest in een fonds of index is een tabel
met cijfers waaraan je kunt zien of er veel in dat fonds of die index is
gehandeld, meer van belang voor de beurs is dan voor handelaren. Die laatste
categorie gebruikt het cijfer dan ook niet. Is er veel gehandeld dan wordt
het een drukke expiratie waaraan de beurs verdient, maar de handelaar op dat
moment niet meer. De ene handelaar strijkt vaak zonder eraan te verdienen
zijn positie glad met de andere die een tegengestelde positie heeft, de
beurs en clearing rekenen dat gewoon als een transactie met
transactiekosten. Netto blijft er dan vaak een kleine positie over met een
belang naar een bepaalde kant. Deze posities van handelaren worden door de
beurs opgeteld en heten open-interest. Met deze posities spelen handelaren
dan in op de expiratie en daarvan merken we al dan niet de invloed. We
hebben het probleem dat er niet een tabel is, maar het zijn er meer,
namelijk een voor de AEX en daarnaast nog een voor ieder optiefonds. Hoe die
tabellen op elkaar inwerken is voor de menselijke geest niet te overzien,
het is een simplificatie om voor de AEX index uit te gaan van één tabel en
aan de hand daarvan te proberen een voorspelling te maken.
Tenslotte
is de beurs natuurlijk nog aan allerlei andere externe invloeden onderhevig
die het beeld voortdurend veranderen. Denk bijvoorbeeld aan bewegingen van
andere beurzen, nieuwsberichten, olieprijzen en wisselkoersverhoudingen. De
optie expiratie is daarbij niet meer dan een extra factor. Concluderend doen
we er het beste aan om te doen wat we altijd doen, namelijk de grafieken
volgen en daarbij rond optie expiraties de laatste paar dagen wat meer
beweeglijkheid en wisselvalligheid incalculeren. -Ad- (met dank aan Cees
Krijnen)
Naar boven
|