ADN Beursanalyse

| home | werkwijze | aex aandelen | amx aandelen | agenda | begrippen | historie | |

  • De counterattack line van gisteren, een toppatroon uit de candlestick methode, heeft het verkeerde signaal gegeven. Dit is als ik eerlijk ben niet verrassend, het gebeurt de afgelopen maanden met het ene toppatroon na het andere. Het maakt het gebruik van de technische analyse erg moeilijk, want het komt er in feite op neer dat je in deze markt elk signaal dat naar beneden wijst gewoon moet negeren. Ik moet eerlijk zeggen dat dit me moeilijk afgaat.

  • Patronen die naar boven wijzen die werken gelukkig nog wel. We hebben vandaag het omgekeerd hoofd- en schouders patroon afgerond doordat we afstand hebben genomen van de neklijn. Het hoofd van het patroon is 13 punten hoog en dat houdt in dat we vanaf de neklijn ook 13 punten zouden kunnen gaan stijgen. De index zou dan op 374 uit kunnen komen.

  • Ik vermoed dat we zover nog niet gaan komen omdat de lijn m" als bovenkant van het kanaal weerstand zal gaan bieden. Deze lijn ligt morgen op 369.

  • Net daarboven ligt ook nog de blauwe stippellijn die ter hoogte van een oude top van 2 december 2002 ligt, ook die lijn zal weerstand gaan bieden.

  • Verder is er nog divergentie. De index maakt een nieuwe top, maar zolang het MACD histogram onder de grafiek onder de rode stippellijn blijft is er divergentie. De indicator zou om de stijging te bevestigen eigenlijk een top boven de rode stippellijn moeten maken. Dit suggereert dat we dicht bij een top zijn, die zou dan bij lijn m" kunnen liggen. Ik twijfel wel aan de betrouwbaarheid van divergentie in het huidige sentiment, maar in de daggrafiek is er in ieder geval nog enige kans dat het gaat werken. In de uurgrafiek is divergentie al lang niet bruikbaar meer.

  • Gisteren plaatste ik ook de lijngrafiek, laten we eens gaan kijken hoe die er nu uitziet.

  • De index is in deze lijngrafiek, waarin alleen de slotkoersen met elkaar verbonden worden tot een lijn, uitgebroken uit het kanaal bb'. Op grond van deze uitbraak kunnen we eveneens een vervolg naar boven verwachten.

  • Laten we eens gaan kijken hoe de stijging van vandaag tot stand is gekomen.

  • Het is wederom een stijging met een bijsmaak. Gisteren waren we gedaald onder de lijn u en dat is normaalgesproken op zijn minst een teken van zwakte. Tegenwoordig ligt dat echter anders, de boeken over technische analyse zullen op dit punt herschreven moeten worden. Een neerwaartse doorbraak onder een stijgende lijn betekent al lang niet meer dat er een zijwaartse of een dalende beweging gaat komen, het betekent een versnelling van de stijging. Vanochtend om 11.00u plaatste ik daarom een analyse met de provocerende titel: Stelling: Verkoopsignalen bestaan niet meer in deze markt. Leest u hem maar eens door als u dat tenminste vanochtend niet gedaan heeft.

  • Ik ben in die analyse tot tot de conclusie gekomen dat de markt steeds weer een zet naar boven krijgt zodra een mogelijk keerpunt opduikt. Zo'n mogelijk keerpunt was de daling onder lijn z in de uurgrafiek die gepaard ging met een counterattack line in de daggrafiek. Door de zet van vandaag kwam de index vanmorgen al heel snel boven lijn z, het neerwaartse uitstapje was dus maar een kort intermezzo.

  • Al met al is het nu moeilijk geworden om nog lijnen te trekken, je vraagt je af of dat nog wel zin heeft. Ik heb het toch maar gedaan, het resulteert in deze grafiek in het kanaal vv'. We zullen morgen zien of we in dit kanaal blijven, de markt heeft de laatste tijd nogal de neiging om erg enthousiast van start te gaan en er is niet veel ruimte aan de bovenkant van dit kanaal.

  • In de 15min grafiek heb ik andere lijnen getekend.

  • De lijn d is lichtgrijs geworden als teken dat hij zijn waarde heeft verloren, we kwamen er in de vijfde candle van vandaag al weer doorheen.

  • De vlag ee' van gisteren heeft in ieder geval het juiste signaal gegeven, het gereedschap van de technische analyse werkt dus nog wel als het om aanstaande stijgingen gaat. Aan de vlag ging een stijging van 8 punten vooraf en dat houdt dan in dat we vanaf het uitbraakpunt ook 8 punten kunnen stijgen naar ongeveer 370.

  • Ik schreef onder de uurgrafiek al dat het moeilijk is lijnen te trekken, in deze 15min grafiek heb ik dan ook een ander kanaal getekend dan in de uurgrafiek. We zullen morgen moeten gaan zien wat er van deze beide patronen komt.

Resumerend: Een lezer mailde me met de opmerking dat ik mijn geloof in de technische analyse lijk te verliezen en ik moet dat beamen. Het "bewijs" ligt er ook vandaag weer in de vreemde koersontwikkeling rond de lijn u in de uurgrafiek. De AEX is overigens niet de enige index waarin dit soort afwijkende zaken plaats vinden, ook in andere indices komen ze regelmatig voor. Iedere stap naar beneden wordt hierdoor geblokkeerd en ik hou het daarom maar eenvoudig: de index is onderweg naar de lijn m" en de weerstand op 370 in de daggrafiek. Het is wel hoogmoed om de indices zo ver te laten stijgen, nota bene ook nog op een dag dat een record werkeloosheid in ons land bekend wordt gemaakt. Daar kijkt men echter op de beurs al lang niet meer naar. De markt wordt opgepompt en kent geen grenzen. Het ontlokte me vanmiddag de vraag of hoogmoed ook in de aandelenmarkt voor de val komt, we zullen zien. -Ad-

En dan nog dit.... Ik heb u gisteren beloofd het lijstje af te maken van de cijfers die op regelmatige basis in Amerika bekend worden gemaakt en de markt in meer of mindere mate in beweging kunnen zetten. Hier volgt de hele lijst, ik herhaal ook de punten van gisteren zodat u ze allemaal op één pagina heeft.

  1. Nonfarm Payrolls and Unemployment Rate : Wordt door het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics iedere eerste vrijdag van de maand bekend gemaakt. Het is het aantal werklozen (buiten de landbouw) op zoek naar een baan, als percentage van het totaal aantal werkenden. Dit cijfer is van belang omdat het geacht wordt een beeld te geven van de sterkte van de economie en het is dan ook een getal dat de markt in beweging kan zetten. Het is een zogenaamde lagging (naijlende of achterlopende) indicator in die zin dat de indicator reageert op de ontwikkelingen in de economie. Werkgevers zullen immers pas personeel aantrekken als het goed gaat met hun activiteiten.

  2. Producer Price Index (PPI): Dit cijfer meet de prijsveranderingen op het niveau van groothandel of fabrikant en wordt over het algemeen in het midden van de maand bekend gemaakt, het gaat dan om de voorafgaande maand. Het is onderverdeeld in de algehele PPI en de core (kern) PPI.  De core PPI is de algehele PPI maar dan exclusief voedsel en energie,  die eruit worden weggelaten omdat deze twee factoren nogal seizoensgebonden zijn. Omdat prijsveranderingen op een gegeven moment worden doorgegeven aan de consument geeft de PPI dus een voorwaarschuwing voor inflatie. Het is daarom een leading indicator, een indicator die vooruit loopt op de actuele prijzen.

  3. Consumer Price Index (CPI): Deze index die eens per maand bekend wordt gemaakt meet de verandering in prijs voor de consument oftewel de inflatie. Dit cijfer is van groot belang omdat er allerlei zaken aan gekoppeld zijn zoals het uitkeringsniveaus, pensioenen, salarisverhogingen en dergelijke. Het is een naijlende indicator doordat prijsveranderingen eerst moeten worden doorgegeven van producent naar consument, als de PPI stijgt dan stijgt daarna over het algemeen de CPI ook.

  4. Gross Domestic Product (GDP): Bruto nationaal product. Het is de som van producten en diensten die zijn geleverd en het is daarom de breedste indicator die aangeeft of de economie groeit of krimpt. Het cijfer wordt in de Verenigde Staten ieder kwartaal door de U.S. Department of Commerce gerapporteerd, maar op jaarbasis weergegeven. Om het te vergelijken met het cijfer dat bij ons bekend wordt gemaakt moet het dus door vier worden gedeeld. Het is een naijlende indicator omdat het steeds met terugwerkende kracht wordt berekend voor de laatste drie maanden. Er worden steeds twee getallen gegeven, het real GDP en het nominal GDP. In het eerste getal heeft een inflatiecorrectie plaatsgevonden, in het tweede getal niet.

  5. Retail Sales Report: Dit cijfer geeft aan hoeveel de consument aan de koop van producten heeft uitgegeven. Dit is een belangrijk nummer omdat ongeveer tweederde van het GDP bestaat uit consumentenuitgaven. Het wordt over het algemeen halverwege de maand bekend gemaakt en slaat dan op de voorafgaande maand.

  6. Durable Goods Orders Report: Dit zijn de uitgaven door het bedrijfsleven aan duurzame of niet aan bederf onderhevige goederen. Hiermee worden over het algemeen machines en andere infrastructurele zaken bedoeld. Het cijfer wordt gerapporteerd door het U.S. Department of Commerce en er wordt vaak ook een cijfer exclusief defensie-uitgaven gegeven, omdat defensie-uitgaven geen deel uit maken van de productiecyclus, en een cijfer exclusief transportproducten om te voorkomen dat bijvoorbeeld grote vliegtuigorders het cijfer teveel beïnvloeden. Het cijfer geeft in zijn algemeenheid de bereidheid van het bedrijfsleven weer om te investeren in producten waarmee de capaciteit kan worden verhoogd en het is daarom een vooruitlopende indicator.

  7. Industrial Production Report: Dit cijfer, dat gerapporteerd wordt door de Federal Reserve, is een indicatie voor de hoeveelheid geproduceerde goederen. Doordat het cijfer zich alleen richt op de productiesector en de dienstensector buiten beschouwing laat geeft het ten opzichte van het GDP slechts een beeld van een deel van de Amerikaanse economie. Veranderingen in de hoeveelheid geproduceerde goederen vertalen zich vlug in een wijziging van dit cijfer, waardoor het gezien wordt als een leading (vooruitlopende) indicator. Het maakt ook onderdeel uit van de Leading Indicators die verderop ter sprake komen.

  8. Capacity Utilization Report: Dit is eveneens een cijfer dat eens per maand bekend wordt gemaakt door de Federal Reserve, het meet de capaciteitsbezetting van de Amerikaanse productiebedrijven. Het cijfer toont in welke mate het bedrijfsleven de aanwezige productiecapaciteit benut. Is dit capacity utilization number (CU) laag dan is de economie in recessie en is het hoog dan is er sprake van expansie. Komt de capaciteitsbezetting echter boven een bepaalde grens (ongeveer 90%) dan ontstaat het gevaar dat bedrijven de capaciteit zullen moeten uitbreiden om aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Zij zullen de prijzen moeten verhogen om deze investeringen terug te verdienen en dat leidt dan weer tot inflatie.

  9. Index of leading indicators: De U.S. Department of Commerce maakt dit cijfer iedere maand bekend. Het is een compilatie van diverse indicatoren die door hen worden samengevoegd tot één cijfer dat de richting van de economie moet aangeven voor een periode van drie tot zes maanden in de toekomst. Wilt u meer over de leading indicators weten klik dan hier, u vindt op die pagina onder andere de link naar een flash demo met de titel "Economic Indicators: Why do they matter?".

  10. Institute for Supply Management (ISM): De ISM index, voorheen NAPM index, geeft eveneens de richting van de economie aan voor de komende drie tot zes maanden. Het is gebaseerd op onderzoek onder inkoopmanagers van 300 grote bedrijven. Groei in de productiesector wordt aangeven door een cijfer groter dan 50, ligt het cijfer daaronder dan is er sprake van krimp. Het wordt bekend gemaakt in het maandelijks rapport van deze organisatie. De naam van het instituut is onlangs veranderd van National Association of Purchasing Managers in Institute for Supply Management.

  11. Consumer Confidence Index: Dit getal wordt berekend aan de hand van een maandelijks consumentenonderzoek, waarin een panel wordt gevraagd naar hun verwachtingen betreffende de economie, de eigen financiële situatie, werkgelegenheid en plannen voor aanschaf van dure producten. Het optimisme of pessimisme van consumenten vertaalt zich direct in hun uitgavenpatroon en de economie. De CCI is daarom ook een leading indicator.

  12. Housing Starts and Building Permits: Dit cijfer geeft het aantal bouwvergunningen voor huizen en appartementen aan. Het is zeer gevoelig voor het consumentenvertrouwen doordat het kopen van een huis een grote aanschaf is. Historisch gezien loopt dit cijfer ongeveer zes maanden voor op de economie, ook dit cijfer behoort dus tot de leading indicators. Het wordt een keer per maand bekend gemaakt.